De visie van Kinderopvang Het Boshuis is gebaseerd op de pedagogiek van Reggio Emilia
De pedagogiek van Reggio Emilia gaat uit van het competente, intelligente kind dat alles in zich heeft om te leren en de wereld de ontdekken. Kinderen zijn nieuwsgierig en willen graag leren en zich ontwikkelen. Kinderen hebben van jongs af aan ideeën, fantasieën en gedachten en stellen zichzelf continue vragen. Geen enkel kind is hetzelfde en iedereen mag zichzelf zijn.
Kinderen leren het meeste van elkaar en zijn daarom elkaars eerste pedagoog. Volwassenen worden gezien als de tweede pedagoog, zij zijn mentor en gids. Ze kijken en luisteren naar kinderen om hen te leren kennen en om aan te kunnen sluiten op hun beleving en ontwikkeling. Ze begeleiden en ondersteunen het kind om uitdagingen aan te gaan en grenzen te verleggen. De omgeving wordt gezien als derde pedagoog. Een veilige omgeving die uitdaagt en inspireert, en die de communicatie, het samenwerken en de verkenning van kinderen stimuleert.
Er wordt van uitgegaan dat kinderen zich uit kunnen drukken in honderd talen. Volwassenen luisteren en brengen kinderen in aanraking met deze talen, zodat kinderen leren om zich hierin te uiten. Hierbij valt te denken aan (samen) bewegen, kleien, schilderen, muziek maken, zingen, lezen, maar ook aan houding en gezichtsuitdrukking.
Voor de babygroepen is de visie aangevuld met elementen uit de visie van Emmi Pikler. De respectvolle verzorging houdt in dat baby’s in alle rust, met zachte stem en handen, worden benaderd en verzorgt. Door de persoonlijke aandacht die zij krijgen wordt de band met de pedagogisch medewerksters hecht en krijgen baby’s een gevoel van geborgenheid. Tijdens de verzorgingsmomenten wordt er vertelt wat er gedaan wordt en er wordt benoemd wat de baby doet. De grote, vrije bewegingsruimte zorgt voor een veilige en uitdagende omgeving, zodat ze zich actief kunnen ontwikkelen. De omgeving is zo natuurlijk mogelijk ingericht op een wijze waarop het kind kan ontdekken en onderzoeken. Daarbij kunnen ze natuurlijk vies worden!
Er zijn richtlijnen om te eten en drinken en om te slapen. Dit kan de ene dag echter vroeger of later zijn dan de andere dag. Kinderen krijgen de mogelijkheid en worden gestimuleerd om een activiteit af te maken. Kinderen eten van echte borden en drinken uit echte glazen. Ze helpen met het tafel dekken en opruimen. De zelfstandigheid wordt zoveel mogelijk gestimuleerd. Peuters die gaan slapen leren bijvoorbeeld eerst om zelf hun sokken uit te doen, oudere peuters kleden zichzelf aan en uit. Kinderen van de BSO bereiden zelf het eten voor door de groentes te snijden of leren waar ze rekening mee moeten houden in de voorbereiding als ze zelf een knutselactiviteit hebben bedacht.
Er wordt gepraat met kinderen en niet alleen tegen kinderen. Kinderen worden geholpen om eerst zelf na te denken over de vragen die zij stellen. Zij mogen meedenken in de zaken die hen aangaan en leren om zelf beslissingen te nemen.
Meer praktisch….
Dagelijks worden er op alle groepen activiteiten ondernomen. Deze zijn meestal niet vooraf vastgelegd, maar worden ingevuld vanuit de motivatie, beleving en behoeften van de kinderen. Kinderen mogen zelf activiteiten bedenken, kiezen uit verschillende activiteiten of ervoor kiezen om vrij te spelen. Dat wil niet zeggen dat alles mag en dat iedereen zomaar kan doen waar hij zin in heeft. Kinderen kunnen ook kiezen uit verschillende ruimtes om te spelen. De peuters en de kinderen van de BSO mogen bijvoorbeeld kiezen of ze gaan knutselen in het atelier of buiten gaan spelen met een broertje of zusje.